
Dagboek
Beute Selectie info.
Bij het beoordelen van een duif zal worden gekeken naar de uiterlijke kenmerken, wat in het kopje gebeurt kunnen we niet zien. Of een duif op uw hok goed, matig of slecht verzorgd gaat worden in de toekomst kunnen we niet zien. Een goede liefhebber maakt van een iets minder gebouwde duif makkelijker een goede vlieger. En er zijn legio mensen die door slechte verzorging of “het gewoon niet zien” van een goed gebouwde duif met intelligentie zo maar een matig presterende duif maken.
De hand van u als liefhebber, en vooral uw ogen bepalen voor een deel de prestatie van uw duiven. Met uw ogen bedoel ik natuurlijk of u het ziet, een ziekte, het klimaat, de motivatie en wat er op uw hokken gebeurt, u moet het wel zien.
Bij de handselectie(beoordeling) zal eerst een bepaald type genoteerd worden, de meeste Vitesse duiven zijn wat breder aan de voorzijde, hellen wat naar voren, hebben gemiddeld een iets grotere bouw met bijbehorende grotere kop. En over het algemeen hebben Vitesse duiven een iets langere arm, hun borstspieren liggen dichter tegen het borstbeen aan en voelen wat harder aan. Mijn mening is dat een duif de eerste èèn, twee a drie uur(max) met zijn kop vliegt, ik bedoel daarmee dat een duif de eerste uren vliegt op motivatie en oriëntatie en met een matige tot slechte bouw zelfs kopprijzen kan winnen. Maar met een matige tot slechte bouw zullen de meeste duiven het geen seizoen kunnen volhouden. Ook de beste Vitesse duiven op afdeling en zeker op nationaal niveau zijn goed tot zeer goed gemaakt(van bouw).
Bij de allround duiven( types) zien we dat ze beter in de hand liggen, iets smaller aan de voorzijde, iets meer “vulling” aan de achterzijde, beter gespierd (ook iets verder van het borstbeen af gelegen). Allround types moeten in principe in staat zijn te presteren op alle vluchten van Vitesse, Midfond en dagfond. Door training, voeding en conditionering kan een allroundtype (zonder uiterlijke fouten) prijs vliegen op al deze afstanden.
Een eendaagse fondtype is heden ten dage wat kleiner van bouw, zijn rond, voelen vaak als een balletje(duivinnen), zijn goed gespierd en hebben een korte arm. Mijn mening is dat er niet heel veel verschil zit tussen een allround en een eendaagse fond duif qua type. Een duif die een vlucht van 700 km met 1000 mpm kan winnen (11,5 uur vliegen) kan dat ook op een vlucht van maar 2 uurtjes vliegen. Door motivatie, oriëntatie en het systeem van u als liefhebber. Andersom gaat dat bijna nooit op, een echte vitesse duif zal een 3/5 uurtjes vlucht soms nog aan kunnen maar zal afhaken bij die langere vluchten (langere vluchten qua aantal uurtjes). En soms kan een duif met vitesse bouw zelfs een eendaagse fondvlucht winnen, als de wind van achter komt, het uurtjes vliegen dus veel minder is, en door super motivatie kan het gebeuren dat zo een duif een npo vlucht wint. Ik zelf had dat bijvoorbeeld op Orleans 2012, toen ik met een jaarling de eerste npo won, de duif was een echte vitesse duif, en was van echt sprinterbloed (afstamming Euro Heremans). Was het een echte fondvlucht geweest met 9 tot 12 uurtjes vliegen dat had ze echt geen prijs gewonnen. Wat we bij de beste duiven op de eendaagse vluchten steeds vaker zien is dat de arm zo kort is dat hij bijna niet waarneembaar is en samen met goede spieren een vibrerende vleugel geeft, de zogenaamde trillers. U ziet op internet steeds meer filmpjes van duiven met een trillende vleugel (de liefhebber tilt de vleugel dan iets op). Meer en meer krijgt men door dat die trillende vleugels samen gaan met korte armen en goede spieren. Echte toppers op de vluchten met “veel uurtjes vliegen” hebben dat..
Marathon duiven zijn een slag apart, hier zien we een ander type duif. De ochtendlossing duiven (ZLU of non-stop) lijken veel op eendaagse fondduiven, hebben meestal een langere rug en een andere mentaliteit, ze zijn was rustiger in de handen en hebben voelbare andere spieren. Bij de overnachtduiven (middag lossing 800/ 1000 km) zien we meer diversiteit, er zijn heel goed gebouwde duiven bij en dat zijn altijd degene die het vaker dan èèn keer doen.
Duiven die echt vijf of zes keer een overnachtvlucht met goed gevolg volbrengen zitten ook de best gebouwde duiven.
Bij overnachtduiven (middaglossing 800/950 km) die een prijs winnen en soms zelfs vroeg maar matig van bouw zijn vinden we vaker nachtvliegers, die zijn minder in staat kop te vliegen door hun bouw maar omdat ze in de nacht stukken inhalen komen ze gewoon naar voren op de uitslag. Dus ook bij deze middaglossingen vinden we bij de echte supers een goede tot perfecte bouw. Maar zo nu en dan zien we een duif die het toch goed gedaan heeft op deze vluchten die minder goed van bouw zijn. Zie het als bij vitesse duiven. Ook daar zien we soms minder gebouwde duiven die het toch goed doen door hun verstand en motivatie. Maar dus ook bij de middag lossingen.
Duiven die in de nacht aankomen hebben trouwens allemaal een soort ster in het oog. De ondergrond kleur (vaak geel) zien we dan met uitsteeksels cq punten in de iris kleur. Het is opvallend dat alle nachtvliegers dat hebben. Omdraaien kun je het natuurlijk niet, je kunt niet zeggen dat iedere duif met zo een oog een nachtvlieger is. Dat vergeten mensen vaak: bepaalde kenmerken zie je bij top duiven, maar niet alle duiven met die kenmerken zijn top duiven.
Bij het keuren cq selecteren kijk ik altijd even naar de ogen. In mijn methode zijn er maar twee oogkleuren zijnde wit en geel. Ik kijk naar de ondergrond kleur en die is gewoon altijd wit of geel. Gemiddeld zie je bij vitesse duiven wat meer witogen en bij duiven voor de langere afstanden wat meer geel ogen. Bij marathon duiven zien we daarnaast ook nog eens dat gemiddeld de ogen wat donkerder zijn, de iris gaat wat meer naar de bruine kleur toe. Die mooie donkere ogen zien we ook vaker bij duiven die onder tropische omstandigheden wat vaker aan de kop zitten. Door de evolutie zijn die duiven ofwel die ogen daar geschikter voor. In landen met hoge temperaturen en dan ook nog spelers van lange afstanden zien we bijna alleen donkere ogen (meestal geel als ondergrond, ik noem ze zonnebril ogen).
Dan komen we nog bij wat ik plus of min ogen noem. Plus-ogen hebben een donkere antracietkleurige ring(verkenningcirkel) om de pupil en min-ogen hebben die niet (of maar gedeeltelijk). Qua kwaliteit in presteren of kweken maakt het niets uit of een duif een plus of een min oog heeft. Wel zeer opvallend is dat alle echte superduiven die ik zag en waarvan ik de ouders mocht bekijken, dat één van die ouders een plus oog heeft of soms zelfs beide ouders of heel soms dat beide ouders een halve verkenningsring hebben. Een top duif uit twee ouders met een min oog heb ik nog niet gezien. Om de meeste kans te maken op goede jongen zet je dus steeds de best gebouwde duiven tegen elkaar en kijk je bij de koppeling naar de ogen, zorg dat dat één van de duiven van het koppel een plus-oog heeft. Kweek nooit alleen met duiven omdat ze mooie ogen hebben, als er een slechte bouw op een duif zit mag hij een geweldig oog hebben, kweken doen we er dan niet mee.
Andere opvallende zaken bij veel top duiven is dat ze een kleine pupil hebben, soms zelfs boos kijken en een scherpe bek hebben. En opvallend bij goede kweekduivinnen is dat ze naast een goede bouw, een (meestal) plus oog hebben dat er twee wratjes onder aan de bek zitten. Natuurlijk niet bij allemaal, maar wel opvallend dat het zo veel zijn die het wel hebben.
Liefhebbers die een geweldig kweekkoppel hebben, waar gewoon diverse asduiven, teletekst duiven of eerste prijswinnaars uit komen zijn soms verontwaardigd dat ik één van die duiven van het koppel een goede waardering geef en de ander een slechte. Ik denk dat heel veel top kweekkoppels gewoon één goede duif zijn met een …. partner. Dus dan heeft zo een liefhebber gewoon een goede kweekduif en is het soms nog beter om het koppel te scheiden en een betere partner te nemen.
We hebben het nog niet echt gehad over de rug en de vleugels en de stuit en dat zijn toch belangrijke onderdelen. Om met de rug te beginnen, eigenlijk moeten we spreken over rug, lendenen en bovenstuit. Maar ik noem het in één keer gewoon de rug. De rug is voor mij misschien wel het minst belangrijke aan een duif. Er zijn heel goede duiven die een matige rug hebben, geen slechte rug met zo een aangeplakte staart hoor, maar een matige rug. Een matige rug zou op de tentoonstelling 18 punten krijgen. Bij de rug zou je kunnen zeggen: Matig is het nieuwe goed. Die plank-ruggen die men vroeger graag zag en die eigenlijk op de show nog steeds gewenst zijn zie we bij de huidige topvlieger bijna niet. Goede hedendaagse wedstrijd duiven hebben een matige tot goede rug.
De stuit van een duif is veel belangrijker, maar niet altijd het zelfde te beoordelen. Door de rui, ziekte, zwakke gezondheid, ouderdom of veel eitjes leggen kan een stuit tijdelijk of blijven wat open staan. Soms zelfs heel erg open wanneer een duif veel te dik is of een breuk heeft, dan zou je een stuit moeten afkeuren... maar als je de oorzaak weet of in een bepaalde periode zit moet je er wel rekening mee houden. En er zijn diverse meningen over, in mijn visie moet een stuit goed gesloten zij, dik en stevig aanvoelen en niet te puntig. Maar door ervaring voel ik soms de oorzaak, dan is het niet iets van de desbetreffende duif maar een “tijdelijk of door oorzaak slechte stuit”.
Bij de vleugels zijn voor mij enkele zaken van belang. Ik heb het armpje graag zo kort mogelijk, omdat ik duiven wil die 11 uur kunnen vliegen. Maar selecteer ik een vitesse duif dan mag het armpje gerust langer zijn en krijgt hij toch het woord “goed”. In mijn visie moet er een redelijke verspringing tussen de voorvleugel en achtervleugel zitten ofwel de pennen van de achtervleugel “de broek” moeten wat korter zijn dan de eerste slagpen van de voorvleugel cq actieve vleugel.
Wanneer men de jongen net afzet van de ouders dan kijkt u daar niet naar, pas na de grote rui is de verspringing goed zichtbaar. En heel belangrijk vind ik dat de eerste vier/vijf slagpennen van de voorvleugel mooi dicht tegen en over elkaar liggen. Ik wil geen zogenaamde kippenvleugel , een kip kan slecht vliegen omdat de pennen te ver uit elkaar staat. Een kippenvleugel bij duiven is belangrijk maar niet van levensbelang, ze kunnen gewoon prijs winnen natuurlijk, maar het kost hun tijd, ze hebben gewoon minder draag en slagkracht. Bij echte super duiven zie ik het nooit. Wel opletten: door geen bad te geven gaan de eerste pennen wat uit elkaar staan, worden wat smaller en het lijkt of ze vierkanter zijn, het is dan geen kippenvleugel van geboorte maar door de omstandigheden en de verzorging van de baas zo geworden. Verder zie ik bij top duiven altijd een vrij lange vleugel die tot in het donkere stuk van de staart komt. Soms ziet men een duif met een mooie lange vleugel en die toch niet tot in het donkere stuk van de staart komt.... deze duiven hebben een slechte rug, waardoor er een aangeplakte staart aan hangt.. het lijkt dan voor sommigen alsof de vleugels te kort zijn.
Al met al veel info over selectie. Na de keuring krijgt een duif een cijfer variërend van 5 tot en met 8,5 . Geen enkele duif krijgt hoger dan een 8,5 (al denk ik het wel eens, deze verdiend een 9). In mijn methode kweekt men met alle duiven die het cijfer 8 hebben en dat is 8-. 8. 8+ of 8,5 soms moet ik het even uitleggen maar een 8- is dus net onder een 8 en een 8+ net boven de 8. Met een 7,5 kan men prima vliegen maar kweken pas wanneer het blijkt een excellente vlieger te zijn. In mijn visie moeten alle duiven onder de 7,5 verdwijnen van de hokken. Al vinden we heus wel eens een duif met een 7+ die het goed doet. Deze duif heeft dan veel verstand, oriëntatie en of motivatie en wat in het kopje van een duif aanwezig is kunnen we niet zien. Vooral als jonge duif en of op de vitesse zien we dus wel eens een 7 die het goed doet. Laat hem dan lekker op die afstanden, geniet er van maar kweek er niet uit. De kans dat uit matig gebouwde duiven een goede komt is bijna uitgesloten (kijk wel even bij het stukje over een goed kweekkoppel).
Ik denk dat iedereen die echt selecteert op duiven met een 8, die bij elkaar houd en zijn best doet beter gaat presteren dan ooit.
Uitzonderingen zijn er altijd, niemand is zonder fouten, ook een duiven keurder niet en men praat gewoonweg liever over die ene 6 die een goede duif werd dan over die honderden met een 8 die het ook werden. En laat u niet foppen, soms hoor ik: u heeft het fout want deze 6 is een goede duif omdat zijn opa een goede of dure was.... Of u heeft het fout, deze 6 is een goede vlieger. Op mijn vragen over welke prestaties? Ja drie eersten...op mijn hok... en ik speel niet zo goed. Regelmatig hoor ik over super prestaties maar bij navraag op papier.. komt er niks. GJB
12-1-2023
Het seizoen is weer begonnen
Op zondag 25 december is seizoen 2023 officieel begonnen met het samen zetten van de vlieg en kweekploeg. De koppels kennen elkaar omdat ze al twee keer een dagje samen waren. Dit zogenaamde voorkoppelen vind ik van groot belang, zodra de eigenlijke datum daar is gaat alles van een leien dakje. Ze kennen hun partner en hun bak, dus aanzienlijk minder verkeerd vliegen en vechtpartijen. Als er ernstige vechtpartijen plaatsvinden bij de vlieg duiven dan gaat dan altijd ten koste van de motivatie van de verliezer en zal deze geen fatsoenlijke prijs meer winnen. Mij is er dus alles aangelegen om alle duiven het vertrouwen te geven, rustig hun nest te kunnen bouwen, eieren leggen en de jongen groot brengen. Bij de vlieg duiven is de schuifdeur nu even dicht, aan de ene zijde zitten 12 koppels en aan de andere zijde 18 koppels. Normaliter is deze schuifdeur altijd geopend maar tijdens de eerste dagen na het koppelen is het voor mij net overzichtelijker als ik er op een krukje bij zit. Ook bij de vliegers heb ik de koppels bewust samen gezet, passend qua type, stamboom en ogen. Ik geloof zoals u weet niet in de gehele ogentheorie, veel blijkt gewoon lariekoek en verzonnen door niet presterende keurders of (semi) professoren. Maar juist een onderdeel waar de ogenkeurders niet naar kijken blijkt zeer belangrijk. Wanneer er om de pupil een complete antracietkleurige verkenningscirkel zit noem ik het een “plus” oog, heeft de duif geen, of maar gedeeltelijk zo een ring om de pupil dan noem ik het een “min” oog.En bij ieder koppel zorg ik dat er één van beide zo een “plus” oog heeft. Het waarom weet ik niet, maar ik heb nog nooit een echte topper gezien uit twee “min” ogen. Maar zoals u reeds eerder kon lezen is voor mij het oog pas echt belangrijk wanneer men van de duif jongen wil hebben. Even voor de duidelijkheid, een plus of een min oog zegt niets over kwaliteit van presteren of goed kweken, het gaat puur om de combinatie bij het koppelen. Over het algemeen zien we meer “plus” ogen bij duivinnen en een zeer groot percentage van de beste doffers hebben juist maar een klein deel van die antracietkleurige verkenning cirkel ( een kwart deel aan de onder/voor zijde). Een super presterende doffer met een “min” oog kan een geweldige kweker zijn, als hij maar samen gezet word met een passende duivin met “plus” oog.
De vliegploeg voor 2023 bestaat uit 30 doffers en 36 duivinnen. De doffers bestaan uit 7 stuks van 2021 en dus 23 stuks van 2022. Bij de 36 duivinnen is er 1 (één) van 2019, 12 stuks zijn van 2021 en 23 stuks van 2022. Ik denk dat we een geweldige ploeg hebben die allemaal hebben laten zien het te kunnen. Omdat we zo weinig duiven verspeeld zijn in het afgelopen seizoen hadden we na selectie en na het op orde brengen van de vliegploeg nog een aantal duiven over. Deze reserve duiven hebben het allemaal verdiend om nog een jaar te mogen vliegen. Er zitten 1e prijswinnaars bij en jongen met 6 prijzen op 8 keer zetten, maar ook de 20-401 die prijs won op Cahors en Bergerac ( twee keer 1000 km) zit bij de reserve ploeg. Helemaal zeker zijn we nog niet wat we met deze bijna 30 stuks gaan doen
De kwekers zijn ook op de 25e December gekoppeld, ook deze waren reeds voor-gekoppeld dus kenden elkaar. Ik kan niet anders zeggen dan dat het geweldige duiven zijn, stuk voor stuk en in iedere bak duiven die van uiterlijk de maximale score hebben. Een week voor aanvang van het kweekseizoen hebben we nog een doffer van het vlieghok over gezet naar het kweekhok ( Navarro 20-458) en kwam er nog een nieuwe aanschaf ons hok hopelijk versterken. Op GPS-Auctions.com kochten we een super vliegduivin met eerste prijzen, alleen maar prestatie duiven in de stamboom en ook nog eens een afstammeling van onze eigen Vechtmachine. Deze 19-928 “Venus” had gevlogen bij Kat en zoon uit Westzaan en gelukkig konden we deze duivin bemachtigen.
In de broedbak van alle koppels staat vanaf het eerste moment de broedschaal. Ook dit vind ik zeer belangrijk. Wanneer een zeer fanatieke doffer achter de duivin aan jaagt zal hij wat rustiger worden wanneer zijn vrouw in de broedschaal gaat staan. En bij de meeste koppels staat de schaal weer in een klein vierkant bakje een zogenaamd broedhol, dat motiveert enorm ( een duif is van nature een holenbroeder). Ik zie bij hokbezoeken of op internet wel eens koppels die samen gezet zijn in een verder lege bak, dan begrijpt de liefhebber echt niets van duiven. Dat heb ik ook met het zien van plastic broedschalen, die mensen zijn duiven houders geen duiven liefhebbers.
Ik begin de dag na het koppelen gelijk met het loslaten van verliefde stelletjes. Steeds wanneer ik ze een paar keer in en uit de bak heb zien vliegen, sluit ik het koppel weer op en is het de beurt aan het volgende span. In de broedbakken ligt steeds een beetje wit zilverzand en wat tabak-stelen in de schaal en een paar keer per dag wat voer en of snoepzaad. Water staat gewoon iedere dag vers in de waterbak, die op de grond staat. Het koppel of de meerdere koppels die even los zijn kunnen drinken, je dwingt de duiven dan ook uit hun bak te gaan, de doffer delegeert de duivin wel weer terug naar hun broedbak.
De 27e December waren alle koppels gewend en vliegen overdag af en aan met tabak-stelen en of stro. En over dat stro nog even een belangrijk ding; Het is oud stro wat uit het hok van de jonge duiven komt. Zoals u eerder heeft kunnen lezen zitten onze jongen gedeeltelijk op een dikke laag stro wat enkele jaren blijft liggen. In een deel wat we de speeltuin noemen ligt minstens 40 cm stro, het wordt wel omgeschud, de troep en onder vandaan en de dikke flarden er af, maar de hoofdmoot blijft dus gewoon liggen. In dat oude stro is een eigen milieu ontwikkeld wat alle duiven kennen. En bij het leggen der eieren en grootbrengen van de jongen ligt er wat van dat “goede milieu stro” in de broedschalen. De jongen worden er in geboren en later na het spenen zitten ze er weer in omdat hun “speeltuin” er vol mee ligt.
Ongeveer een 10 dagen voor de koppeldatum zijn de lampen aan van 07.00 uur tot 20.00 uur, de 5e Januari zullen alle koppels gelegd hebben en gaat het licht bij de vliegploeg weer uit, hier dus geen lampen aan tijdens het broeden. De kwekers hebben wel die extra uurtjes licht omdat het stoten van een pen daar geen enkel probleem is. En omdat van enkele kweekkoppels de eieren verlegd worden, gaat het vlotter als daar het licht gewoon aanblijft.
Iedere dag vanaf het koppelen tot het grootbrengen van de eerste ronde gaan tegen het vallen van de avond alle broedbakken dicht. In de tijd voor het leggen der eieren worden ze niet gestoord bij het treden/trappen van de duivin. En in de tijd van het broeden zijn er geen kapotte eieren door vechten. Kapotte eieren ontstaan meestal tegen de avond wanneer een doffer in de verkeerde bak vliegt, denkt dat hij daar thuishoort en dat kan bij ons dus niet( alle koppels weer opgesloten in hun bak). Hier gaat dat gemakkelijk, geen enkele duif is bang voor me dus als ik het hok binnen kom gaan ze naar hun bak en kan ik de deur achter hun sluiten. Natuurlijk heb je altijd een paar doffers die nog niet willen, maar met dunne stok van ongeveer een meter leid ik ze wel naar hun broedbak toe.
Als duiven in goede gezondheid, door de rui zijn en goed te eten krijgen gaat het koppelen, broeden en jongen groot brengen altijd goed. Wanneer het door ernstige kou wat langer duurt dat er eieren vallen is dat geen probleem, u hoeft zich geen zorgen te maken als het dan 14 dagen kost. Hier koppelen we de laatste jaren net voor of tijdens de kerstdagen en dan is hier de temperatuur nog zacht. Als het gaat vriezen tijdens het leggen van de eieren pak ik het eerste ei gelijk weg en vervang het voor een kunst ei. Meestal gaat het wel goed maar ik waag het er niet op en pak dan het eerste ei gewoon weg. De eieren die door de kou weggepakt zijn liggen in een genummerd doosje in huis. Na het leggen van het tweede ei gaat het eerste er weer bij. Zodra de duivin het tweede ei gelegd heeft maakt ze zich gereed om te gaan broeden en als de eitjes eenmaal op temperatuur zijn duurt het 17 dagen tot het uitkomen begint.
Zodra de jongen beginnen uit te komen bij de vliegploeg gaan de lampen weer aan tot 20.00 uur in de avond en dan ook weer vanaf 07.00 uur in de ochtend. Dan hebben de ouders een langere dag en dus meer tijd om de jongen te voeren. De kwekers maar ook de vliegers hebben Beyers premium kweek in hun bak staan en zoveel als ze willen. In de 17 dagen dat ze op eieren zitten kunt u best wat lichter voeren als u zich er goed bij voelt, ze doen niet veel dus weinig energie verbruik, maar hier op onze hokken krijgen ze altijd goed te eten. Ook op eieren zit er door het voer een handje snoepzaad en zelfs wat pinda’s, maar we geven ze wel wat minder.
Zoals ik reeds schreef gebruiken we tabakstelen voor in de nestschalen maar ook wat oud stro wat we hebben liggen in het jonge duivenhok. Als de jongen beginnen te groeien en een nestschaal is erg vies dan maken we die natuurlijk schoon en gaan er nieuwe tabakstelen en wederom wat stro bij. Ik vind het heel belangrijk dat de jongen opgroeien in het milieu van het hok, en dan vooral van het hok waarin ze afgezet worden.
Door de super gezonde duiven, selectie, goede en ruim aanwezige voeding en supplementen over het voer en door het drinkwater hebben we eigenlijk nooit achterblijvers in het nest. Als het eens zou gebeuren kijk ik het een dag of twee aan, en is de kleine niet bijgetrokken dat verwijder ik hem, maar zoals reeds geschreven ”het komt hier eigenlijk niet voor”. Gelukkig hebben we ook nooit problemen met buispennen, slechte veerkwaliteit, spreidpoten, kromme borstbenen of ernstig piepende jongen (Fluiters). Als de selectie goed is, de kwaliteit van de duiven optimaal, de hokbezetting ruim, genoeg te eten en genoeg nestmateriaal dan kan er weinig fout gaan.
Wat zeer belangrijk is tijdens de opgroei van de jongen, maar eigenlijk 365 dagen per jaar, dat er een goede “allerhande” bak op de hokken staat. Dat is een emmer van meestal zo’n ruime 10 kg met een mengsel van mineralen, grit, roodsteen, maagkiezel, schelpen etc. Een duif heeft geen tanden dus zijn steentjes en schelpjes nodig voor het vermalen van de granen. Maar daarnaast natuurlijk het vitamine D gehalte voor een duif moet ruim aanwezig zijn voor het maken van de eischaal, maar ook voor de vorming van de botten. Er zijn veel allerhande mengsels te verkrijgen, maar helaas zijn veel fabrikanten op zoek naar meer winst in plaats van de beste samenstellingen voor de duiven. Onze eigen BEUTE BAK die gemaakt wordt naar mijn recept bij DHP-CULTURA, heeft de meest uitgebreide samenstelling zonder rest of afvalproducten. Het is ook de enige allerhande bak waar de mineralen Magnetiet en Pyriet in verwerkt zijn. Deze magnetische mineralen helpen bij de (opbouw van) oriëntatie, u weet dat een deel van het oriënteren van een duif komt door het magnetisch veld van de aarde. Sinds liefhebbers de Beute bak gebruiken zijn ze er van overtuigd dat er minder jongen verspeeld worden, en vooral dat ze ook beter na komen.
De jongen die bij de kwekers groot gebracht worden blijven gewoon bij de ouders liggen tot ze gespeend kunnen worden, maar bij de vliegduiven gaat het anders. Zodra de jongen een 15/16 dagen oud zijn of wanneer de duivin er weer een ei naast gelegd heeft gaan de duivinnen er af, en gaan naar hun duivinnenhok. Daar branden geen lampen meer, de duivinnen gaan gelijk over op Beyers Elite Recup en de jongen worden verder groot gebracht door de doffers. Die doffers houden natuurlijk wel de lampen aan, en krijgen volle bak Beyers kweek. Tegen de tijd dat ze bijna speenklaar zijn, zetten we alle jongen op de grond voor de laatste 2 dagen, dan kunnen wij vast de broedbakken mooi schoon maken. Zodra de jongen ook bij de doffers weg zijn gehaald, gaan de doffers ook op Beyers Elite Recup. En ook hier gaan de lampen dan uit.
Dit is ook het moment dat de vliegers weer naar buiten gaan om te trainen.In eerste instantie één keer per dag met redelijk weer. Omdat de duiven na de laatste vlucht niet meer buiten zijn geweest, doen we het kalm aan. We beginnen wel gelijk met rouleren, dus de duivinnen er als eerste uit, de doffers gaan naar het hok van de duivinnen, zodra de duivinnen weer naar binnen gaan is dit via het doffer hok waar ze hun jongen hebben groot gebracht. Als alles binnen is gaan de doffers er uit, de duivinnen weer terug naar hun eigen hok waar ze eten krijgen. Door het lichte voer (Recup van Beyers) en de LTW die door het drinkwater zit, gaan ze binnen een paar dagen al hard trainen. De laatste jaren vliegen ze binnen een week al een uur. Omdat onze duiven het gehele jaar door de Olympic MG Mix over het voer krijgen ( 2 a 3 keer per week) hebben we geen of bijna geen scheefvliegers meer. Scheefvliegers kunnen ontstaan door een combinatie van factoren; 1. Te zware en of grote duiven, 2. de spieren niet onderhouden met magnesium, 3. Maanden binnen zitten, 4.Lange armen bij grote doffers, 5.Overmatig trainen door roofvogels. Scheefvliegers zijn meestal uitgeschakeld voor de wedstrijd sport, door selectie en het gebruik van goede supplementen voor de spieren kunt u het aantal scheefvliegers drastisch verminderen. P.S. veel liefhebbers herkennen scheefvliegers niet, ze zien ze niet, hebben ze dus niet, raken duiven kwijt op de vluchten maar hebben geen idee dat dit komt door die spierblessures.
Bij het spenen van de jonge duiven krijgen ze gelijk een enting tegen Paramixo en Rota, ik doe dat zelf, en wacht daar nooit mee. Zo`n 6 weken later komt de dierenarts en die geeft de tweede enting( voor de officiële lijst), en dan ook weer een combinatie enting van Paramixo en Herpes. Onze jongen groeien op in een perfect milieu wat al jaren op de hokken is, krijgen bij het spenen gelijk een vaccinatie en worden dan op het stro gezet wat voor een deel reeds jaren op de hokken ligt. Tot de volgende keer.